Loading...
Loading...

Actueel

Kattenziekte

Wordt uw kat jaarlijks gecontroleerd en gevaccineerd hoeft u zich geen zorgen te maken, wij werken volgens het juiste schema. Is dit niet het geval maak dan een afspraak voor vaccinatie of titerbepaling. Bij het laatste nemen we wat bloed af en bepalen we de hoogte van de antistoffen tegen kattenziekte en of een vaccinatie noodzakelijk is of niet. Bij ziekte van uw kat is het verstandig om ook een afspraak te maken voor controle.

Kattenziekte (feline parvovirus, FPV)

Kattenziekte is een zeer besmettelijke virale maagdarmziekte. De diarree kan variëren van mild tot ernstig tot zelfs dodelijk.
Infecties bij drachtige poezen kunnen leiden tot abortus of hersenschade bij de kittens.
Omdat het virus ook de witte bloedcellen aanvalt, daalt de weerstand van katten met kattenziekte en wordt het dier tevens vatbaar voor andere virussen en bacteriën.

Het virus is met een simpele test aan te tonen in de ontlasting van zieke dieren. Omdat het virus zeer hardnekkig is, is het belangrijk om deze test uit te voeren bij dieren met klachten die kunnen passen bij kattenziekte.

Als een kitten met diarree verder geen zieke indruk maakt

en gezond lijkt, heeft hij waarschijnlijk geen kattenziekte, maar komt de diarree door een andere oorzaak.

Besmetting met kattenziekte

Besmette dieren verspreiden het virus via de ontlasting. Een kitten kan zich besmetten door contact met een ziek dier, een net hersteld dier of een besmette (en niet ontsmette) ruimte. Het virus kan ook via de kleding en handen van verzorgers worden overgebracht.

Symptomen van kattenziekte

  • Braken
  • Diarree
  • Uitdroging
  • Plotselinge dood bij (jong-)volwassen katten met niesziekte-achtige klachten
  • Abortus en hersenschade bij kittens
  • Diagnose van kattenziekte

De diagnose wordt gesteld met een test voor Parvo bij honden(!).
De test op de ontlasting kan vals-positief uitvallen wanneer de kat in de periode van 7-10 dagen voorafgaand aan de test is gevaccineerd tegen kattenziekte.

Behandeling van kattenziekte

We kunnen een dier met kattenziekte behandel

en, maar er zijn geen geneesmiddelen tegen het virus zelf. Elke patiënt zal het virus zelf moeten overwinnen. De kans op herstel is afhankelijk van de ernst van de ziekte, de conditie van de kat en de kwaliteit van de zorg.

De behandeling is symptomatisch: middelen tegen braken, vloeistoftherapie (infuus), bloedtransfusies, dwang-/enterale voeding (enterale voeding is voeding die via de maag en darmen wordt gegeven) en breedspectrum antibiotica. De antibiotica zijn nodig vanwege het lage aantal witte bloedcellen.
Kattenziekte is een kittenziekte

Elke kat die onvoldoende gevaccineerd is, kan, ongeacht zijn / haar leeftijd, ziek worden van het virus. Omdat volwassen katten in Nederland over het algemeen voldoende beschermd zijn, wordt de ziekte vooral gezien bij kittens.

Kittens worden de eerste weken tot maximaal 5 maanden van hun leven beschermd door antilichamen uit de moedermelk. Als deze antistoffen langzaam uit het lichaam verdwijnen, wordt de kitten vatbaar voor kattenziekte. Pas dan kan de kitten zelf langdurige weerstand opbouwen na vaccinatie. Elk kitten heeft dus een periode in zijn leven waarop hij vatbaar is voor het virus en waarop hij kattenziekte kan krijgen.

Vaccinatie tegen kattenziekte

In Nederland wordt standaard tegen kattenziekte gevaccineerd en komt de ziekte relatief weinig voor. Vaccinatie is zeer belangrijk om weerstand op te bouwen tegen kattenziekte. Vaccinatie met een verzwakt-levend virus geeft direct bescherming. Na 3 dagen is deze bescherming optimaal.

Bij kittens die gevaccineerd worden, kunnen de antilichamen uit de moedermelk er voor zorgen dat het vaccin niet werkt. Hoe lang de moedermelk beschermt, is onder andere afhankelijk van de weerstand (vaccinatiestatus) van de p

oes en of het kitten de eerste uren van het leven goed heeft gedronken bij de moeder. In Nederland wordt standaard gevaccineerd op 9 weken leeftijd en daarna elke 3 jaar. Bij twijfel kunnen extra vaccinaties worden gegeven.

 

Quarantaine

Omdat het virus erg besmettelijk is, kunnen (mogelijk) besmette dieren het beste in afzondering verzorgd worden.

Na besmet te zijn worden katten meestal binnen enkele dagen ziek, maar het kan ook 2 weken duren. Als een dier niet ziek is, maar besmetting wel mogelijk is, dient een quarantaineperiode dus minimaal 2 weken te duren. Daarna kan een dier veilig bij andere mogelijk vatbare dieren gevoegd worden.

Als een dier ziek is, is verpleging in quarantaine nodig. Na herstel kan de kat het virus nog twee weken uitscheiden. Het is dus verstandig het dier in die periode nog in quarantaine te houden.

Als een ontlastingstest kattenziekte (=Parvo) negatief is, is verplaatsen naar een omgeving met goed gevaccineerde katten te overwegen en kan een quarantaineperiode korter zijn.

Voordat dit genezen dier de isolatie verlaat, raden wij aan hem goed te wassen: viezigheid in de vacht kan virussen bevatten.
Alleen chloor doodt het kattenziekte virus

Het kattenziektevirus is een hardnekkig virus. Het virus kan in een donkere en vochtige omgeving maanden tot jaren overleven. Het virus kan worden overgebracht via kleren en handen.

Verzorgers dienen in de quarantaine beschermende kleding (inclusief handschoenen) te dragen.

Alleen chloor kan het virus doden. Alcohol en quaternaire ammoniumzouten zijn geen effectief desinfectiemiddel tegen kattenziekte.
Omdat chloor niet werkt op ontlasting, grond en andere zichtbare viezigheid, moet voor het ontsmetten een ruimte eerst grondig worden schoongemaakt met zeep. Na het verwijderen van de zeepresten kan chloor worden aangebracht, waarna het voldoende tijd moet krijgen om zijn werk te doen (zie hiervoor instructies op de verpakking van de chloortabletten). Na grondige schoonmaak en ontsmetting (liefst twee maal) van een ruimte, is een ruimte meteen weer bruikbaar.

Als chloor niet gebruikt kan worden (bijvoorbeeld in een huiskamer of in de tuin), kan herhaald grondig schoonmaken het aantal virusdeeltjes verminderen.

Kattenziekte bij mensen

Met kattenziekte bij mensen wordt Toxoplasmose bedoeld. Deze ziekte heeft niets met kattenziekte (FPV) bij de kat te maken. FPV is niet gevaarlijk voor de mens.

Kattenziekte bij honden

Met kattenziekte bij honden wordt Parvo (CPV) bedoeld. Hoewel CPV en FPV erg op elkaar lijken kunnen katten en honden niet ziek worden van elkaars parvovirus. Wel kunnen honden het kattenvirus van de ene kat naar de andere kat brengen en katten het hondenvirus van hond naar hond.

Met dank aan MC voor Dieren aug 2020

PPO