Loading...
Loading...

Laboratorium

Ontlastingsonderzoek

De kleur, geur en consistentie van de ontlasting zegt veel over de innerlijke gezondheid van een dier. Als één of meer van deze dingen afwijkend is kan het zinvol zijn om in de ontlasting op zoek te gaan naar het probleem. Daarnaast kan het ook zo zijn dat de ontlasting helemaal goed is, maar dat we moeten controleren of er parasieten aanwezig zijn zoals wormen. Als we deze in een vroeg stadium opsporen en behandelen kan dat voorkomen dat het dier ziek wordt ervan of veel wormeitjes verspreid in de omgeving. In mest/ontlasting kunnen (eitjes van) parasieten worden teruggevonden, die uw dier mogelijk ziek kunnen maken. Door de ontlasting onder de microscoop te onderzoeken kunnen we bepalen of ziekte, bijvoorbeeld diarree, wordt veroorzaakt door wormen, door welke wormen en hoe erg de infectie is. Op deze manier kunnen we de juiste therapie inzetten en u goed adviseren.

Bij paarden doen we meestal een eitelling. Door een bepaalde manier van onderzoeken kunnen we een goede inschatting maken van hoeveel eitjes er aanwezig zijn per gram mest, zo bepalen we dus de EPG (eieren per gram). Eieren worden gelegd door volwassen wormen die in de darm leven. Dit geeft dus een goede indruk van hoe hoog de besmetting is en met welke wormen een paard of ezel besmet is.

Bij volwassen paarden (drie jaar en ouder) is het verstandig om drie keer per jaar mestonderzoek te doen, bijvoorbeeld maart, juni en september. Bij jongere paarden kan het vaker nodig zijn of moet er mogelijk sowieso ontwormd worden, heeft u vragen hierover? Overleg dan met één van onze paardendierenartsen.

Voor een mestonderzoek is het belangrijk dat de mest vers is. Kunt u de mest niet direct komen brengen? Bewaar het dan zolang in de koelkast, voor een zo betrouwbaar mogelijk resultaat.

Als we de ontlasting van honden of katten willen onderzoeken op parasieten of andere problemen zal heel vaak gevraagd worden om ontlasting van 3 dagen in te leveren. Daarmee kunnen we betrouwbaar onderzoek doen, er zijn namelijk parasieten die zich niet in iedere drol laten zien. We bekijken de ontlasting onder de microscoop of doen een testje naar de Giardia-parasiet. Deze parasiet komt vaak voor bij honden en katten. Als we problemen in de spijsvertering verwachten kan het ook nodig zijn om ontlasting op te sturen naar het lab.

Preventief ontlasting onderzoek naar wormeitjes zoals bij paarden wordt minder vaak gedaan bij een hond of kat. We zetten bij gezelschapsdieren meer in op preventief ontwormen, met een middel wat in ieder geval de spoelwormen bestrijdt.

Mestonderzoek bij herkauwers kan op verschillende manieren. Afhankelijk van hoe oud een dier is, zijn er andere parasieten, bacteriën of virussen de mogelijke oorzaak van diarree. Dit wordt onderzocht met behulp van een sneltest of onder de microscoop.

Bij schapen is het enorm belangrijk om mestonderzoek te doen voordat er ontwormd wordt. Er is bij schapen veel resistentie, dus hoe minder er ontwormd hoeft te worden hoe beter. Vaker ontwormen werkt namelijk resistentie in de hand. Ook kan het nuttig zijn om een week na ontwormen te controleren of er inderdaad geen eitjes meer worden uitgescheiden in de mest. Als er sprake is van resistentie kan een wormmiddel mogelijk niet goed gewerkt hebben en zal er nog met een ander middel ontwormd moeten worden.

Meer over wormen en ontwormen van schapen en wat u nog meer kunt doen om een wormbesmetting te voorkomen, leest u hier.