Schapen en geiten

Vliegenlarveziekte, huidmadenziekte of huidwormziekte

Deze ziekte wordt in Nederland meestal veroorzaakt door de larven (maden) van de vlieg Lucilia sericata. Deze blauwgroene vlieg is voornamelijk actief van april tot en met oktober. Volwassen vrouwelijke vliegen kunnen over het hele lichaam van het schaap of lam eieren leggen, maar hebben de voorkeur voor warme, vochtige plaatsen. Veel voorkomende plaatsen zijn daarom de met mest besmeurde achterhand (schapen met diarree) of de lendenen.

De eieren worden bij warm vochtig weer in kleine pakketjes van 10-20 eieren in de wol afgezet. Binnen enkele uren tot een dag komen er larven uit de eitjes. De larven gaan zich een weg door de huid vreten en voeden zich met het weefselvocht en het onderliggend weefsel. De eerste schade treedt al op vanaf 4 uur na contact met de larven. De beschadigde huid trekt weer vliegen aan, waardoor het probleem verergert. Na 48 uur kunnen duidelijke gaten in de huid voorkomen en binnen enkele dagen kan sterfte optreden. De dood van het schaap is het gevolg van shock, weefselverlies, infectie en vergiftiging door afbraakproducten die ontstaan door de weefselschade.

Dieren met maden zullen in het beginstadium zich vaak afzonderen en zich schuren. Bij ernstige aantasting van de huid zal het schaap sloom worden, minder gaan eten en snel achteruit gaan. De huid en de wol zijn vochtig en verkleurd rond de aangetaste plaatsen.

Door het snelle verloop van de ziekte is voorkomen beter dan genezen. Preventieve maatregelen zoals dagelijkse controle, op tijd scheren en een goede hygiëne verkleinen aanzienlijk de kans op myiasis.

Wanneer toch myiasis ontstaat, is het belangrijk om snel in te grijpen. Er zijn hiervoor verschillende middelen op de markt waar het schaap mee gewassen kan worden om de maden te doden.

Voor vragen of advies neem gerust contact op met Dierenkliniek Ommen.