Honden

De narcose zorgt ervoor dat uw dier geen pijn meer voelt en slaapt waardoor het zich niet bewust is van de operatie of behandeling. Een narcose wordt gebruikt als uw dier stil moet liggen, bijvoorbeeld bij een gebitssanering, röntgenfoto’s of als uw dier geopereerd moet worden.

Een goede voorbereiding op de ingreep onder narcose begint bij u thuis. De dag voor de narcose mag uw dier vanaf 20.00 uur geen eten meer hebben. De waterbak mag wel blijven staan, maar zorg dat ze niet te veel drinken. Laat de hond goed uit voordat u hem/haar bij ons brengt en houdt de kat de laatste dag/nacht binnen. Hiermee voorkomt u dat de kat zichzelf van eten voorziet. Breng uw huisdier zo schoon mogelijk, dat bevordert een goede hygiëne tijdens de ingreep, als nodig is kunt u de hond wassen voor de ingreep.

Voordat het dier onder narcose gebracht wordt, doet de dierenarts eerst een algemeen onderzoek bij het dier, om te kijken of het dier gezond is en sterk genoeg om de narcose aan te kunnen, wat er ook gedaan kan worden is een pre-anestetisch bloedonderzoek.

Worden er afwijkingen gevonden tijdens het algemeen onderzoek wordt er contact opgenomen met de eigenaar om te overleggen.

We brengen dieren onder narcose met een combinatie van narcosemiddelen. Elk dier dat onder narcose voor een operatie gaat krijgt zuurstof toegediend. Het doel is een veilige, goede narcose tijdens de ingreep te bereiken met een rustige, veilige uitslaapfase (de “recovery”). Welke middelen worden gekozen hangt af van het type ingreep wat gedaan gaat worden en van de conditie van de patiënt. Een narcose zal nooit geheel risicoloos zijn, maar we doen er alles aan het risico minimaal te krijgen via optimale bewaking- en narcosetechnieken.

Elk dier dat onder narcose wordt gebracht voor een operatie krijgt zuurstof toegediend. Dit gebeurd via een buisje in de luchtpijp (tube) of via een kapje. Tevens zorgen we dat de patiënt goed warm blijft. Wanneer nodig krijgt uw dier een vochtinfuus.
Bij operatiepatiënten wordt via een buisje in de luchtpijp niet alleen zuurstof gegeven, maar ook isofluraan, een slaapgas. De beademing gaat d.m.v. een beademingsapparaat. De patiënt kan in de operatiekamer aangesloten op meetapparatuur (zuurstof, CO2, temperatuur, ECG, ademhaling- en hartfrequentie).
Omdat bewustzijnsverlies geen garantie is voor verlies van pijngevoel, worden extra pijnstillers toegediend tijdens de narcose.

De uitslaapfase

Na de operatie komt het dier in de opname, hier wordt hij lekker warm weggelegd om afkoeling tegen te gaan, verder wordt hij goed in de gaten gehouden tijdens het wakker worden, ’s middags mag het dier weer opgehaald worden en kan hij lopend mee naar huis.

Pijnstilling

Alle dieren die geopereerd worden krijgen pijnstilling. Pijn tijdens het opereren veroorzaakt een verhoging van de hartslag en de temperatuur en een onregelmatige ademhaling. Los van het welzijnsaspect zorgt pijnstilling er ook voor dat de operatie en het wakker worden rustiger en dus veiliger verlopen. Bij pijnlijke ingrepen krijgt u nog wat pijnstillers mee voor de eerste dagen na de operatie. Ook wordt er meestal voor de operatie een antibioticuminjectie gegeven, in sommige gevallen krijgt u nog een vervolgkuur mee voor thuis. Antibioticakuren dienen altijd afgemaakt te worden.

Hechtingen

Er wordt over het algemeen oplosbaar hechtmateriaal gebruikt en indien mogelijk onder de huid gehecht. Dit betekent dat er aan de buitenkant geen hechtmateriaal zit waar uw huisdier aan kan likken of bijten. Desondanks blijft een goede wondcontrole noodzakelijk. In veel gevallen kan het toch nodig zijn een kraag te gebruiken om ervoor te zorgen dat uw huisdier van de operatiewond afblijft.

Als in de huid hechten niet mogelijk is dan zijn er wel hechtingen zichtbaar aan de buitenkant van de wond. Deze hechtingen verwijderen we na 8-10 dagen, dan vind gelijk wondcontrole plaats.

Uw dier mag de dag van de operatie alleen water hebben. ’s Avonds rond 19.00-19.30u mag u beginnen met kleine beetjes voer. Wanneer uw dier daar niet misselijk van word kunt u de tabletten ingeven.
Katten die uit de narcose komen willen vaak lopen en klimmen terwijl ze daar nog niet goed toe in staat zijn. Het is daarom het beste als u uw kat opsluit in een kleine ruimte, zonder stoelen e.d.
Let erop dat uw dier niet teveel aan de wond gaat likken. Heeft uw dier een kraag om dan kunt u deze beter omlaten. Laat de hond de eerste 5-7 dagen aangelijnd uit en houd de kat de eerste 3-5 dagen binnen. Dit verkleint de kans complicaties van de wondgenezing.

Indien u zich niet zeker voelt over de nazorg van uw dier, dan kunt u ons altijd bellen op 0529-456000.

– uw dier  ’s avonds thuis sloom wordt.
– uw dier de volgende ochtend nog niets wil drinken of de volgende dag niets wil eten.
– de wond opengaat of erg nabloedt.
– als uw dier regelmatig aan hechtingen, verband of spalk bijt, likt of krabt.
– de wond ontstoken raakt of als er pus uit komt.
– de wond of het verband begint te stinken.
– uw dier lusteloos wordt.
– indien u iets niet vertrouwt.