Loading...
Loading...

Honden

Maak een afspraak voor uw hond

Epilepsie

Epilepsie is het herhaald optreden van toevallen. Van een toeval is sprake als een kortdurende storing in het functioneren van de hersenen plaatsvindt, die zich uit in het optreden van abnormaal gedrag.

Hersencellen wekken elektrische signalen op, geven ze door en ontvangen signalen van andere cellen. Deze signalen worden in goede banen geleid en te sterke signalen worden afgezwakt. Bij een toeval is er sprake van een kortdurend, sterk, elektrisch signaal dat, omdat het onvoldoende wordt afgezwakt, in staat is zich door de hersenen te verspreiden. Hierdoor ontstaan de verschijnselen van epilepsie.

De oorzaak van de storing in de hersenactiviteit kan een afwijking in de hersenen zijn, maar kan ook worden veroorzaakt door een afwijking buiten de hersenen, zoals bijvoorbeeld bij een stofwisselingsziekte. Vaak is er echter geen duidelijke oorzaak voor het optreden van de toevallen te vinden.

Bij epilepsie treden de toevallen bij herhaling en in zekere regelmaat op. De tijdsduur tussen toevallen verschilt per individu, maar ligt meestal tussen de 2 en 6 weken.

Bij epilepsie kan onderscheid worden gemaakt in oorzaak en vorm.

Oorzaak: Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen epilepsie waarbij geen oorzaak kan worden vastgesteld (de echte of primaire epilepsie) en epilepsie waarbij wel een oorzaak kan worden vastgesteld.

Binnen deze groep onderscheiden we twee vormen: secundaire epilepsie, waarbij de oorzaak gelegen is in de hersenen en reactieve epilepsie waarbij de oorzaak gelegen is buiten de hersenen. Het eerste doel zal zijn om de oorzaak voor het ontstaan van epilepsie weg te nemen. Helaas is het vaak niet mogelijk een duidelijke oorzaak vast te stellen.

Vorm: Bij de mens zijn er veel vormen te onderscheiden van epilepsie. Dit is mogelijk omdat de patiënt zelf zijn ervaringen mee kan delen. Bij huisdieren is dat niet mogelijk, vandaar dat bij dieren slechts enkele vormen worden onderscheiden:

Gegeneraliseerde epilepsie:

Hierbij wordt de elektrische prikkel over de hele hersenen verspreid en ontstaat het beeld dat vroeger ook wel ‘Grand Mal’ werd genoemd. Bij een dergelijk aanval zal de patiënt omvallen of ligt reeds op zijn zijde en is er sprake van bewustzijnsverlies. In eerste instantie verstijft de patiënt waarna krampen optreden. Hierbij kan verlies van urine en ontlasting optreden en kunnen de patiënten soms geluid maken

Vroeger dacht men dat alleen deze vorm erfelijk was. Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat dit niet het geval hoeft te zijn. Ook is gebleken dat vaak een gegeneraliseerde aanval partieel begint.

Partiële epilepsie:

Het woord partieel slaat op het niet volledig generaliseren van een aanval. Bij de gedeeltelijke epilepsie worden gelokaliseerde afwijkingen aan het dier waargenomen, zoals bijvoorbeeld alleen het optrekken van een pootje. Deze vorm wordt onderverdeeld in twee andere vormen: simpele partiële epilepsie, waarbij de patiënt wel bij bewustzijn blijft (bv. alleen kramp in een pootje + trekken met de lippen), en complex partiële epilepsie waarbij wel bewustzijnstoornissen optreden.

Partiële epilepsie kan een voorloper zijn van gegeneraliseerde epilepsie en kan net zo goed als de gegeneraliseerde vorm erfelijk zijn.

Primaire epilepsie: Dit komt regelmatig voor bij honden, zowel bij rashonden als bij kruisingen. Bij enkele rassen is bewezen dat het erfelijk is, bij de meeste anderen wordt het vermoed.

Het komt evenveel voor bij reuen als bij teven, wel wordt bij teven een toename van het aantal aanvallen gezien tijdens de loopsheid.

Meestal komt primaire epilepsie voor bij dieren tussen een leeftijd van een half tot 5 jaar, het kan bij een eenmalige aanval blijven. Als het gevolgd door meerdere aanvallen, is de gemiddelde tijd tussen de aanvallen 2 tot 6 weken. Het is verschillend hoeveel aanvallen krijgt, bij de een is het één keer in een aantal jaren, bij de ander één keer per week. Bij sommige rassen komt het voor dat als er niet behandelt wordt, dat de aanvallen toenemen.

Een aanval is opvallend vrijwel altijd in huis, in de vertrouwde omgeving. Ze treden vooral op tijdens een periode van rust. Er is geen relatie met opwinding of inspanning.

Secundaire epilepsie: Dit begint meestal op een andere leeftijd als primaire epilepsie, dit komt omdat de oorzaak vaak aangeboren is, of op latere leeftijd is verkregen. Dit kan bij bepaalde rassen vaker voorkomen, aangeboren of erfelijke afwijking.

Met deze epilepsie is vaak een relatie tussen de aanval met voeding, inspanning en / of opwinding. Bovendien zal het dier in perioden tussen afwijkend gedrag laten zien.

De aanvallen van eenzelfde hond zien er vaak hetzelfde uit, de aanvallen tussen honden kan sterk verschillen.

Aura, of inleiding tot een aanval: Het dier gedraagt zich anders dan normaal, wil naar buiten, of juist naar binnen, onrustig, aanhalig, heeft een rare blik in de ogen. Deze fase kan enkele minuten tot enkele dagen duren.

Ictus, of de eigenlijke aanval: Deze begint met het verlies van bewustzijn en het omvallen van het dier. Vervolgens treedt een soort verstijving op door langdurige krampen van poten en lichaam, gevolgd door ontspanning met kortdurende krampen waarna het dier weer bij bewustzijn komt. De totale duur van de ictus bedraagt meestal maar enkele minuten hoewel dat heel lang kan lijken. Tijdens de ictus kan het dier urine en ontlasting verliezen. Dit is onafhankelijk van de ernst van de aanval.

De post-ictale fase, of de periode na de aanval: Na het bijkomen en overeind krabbelen zijn de meeste honden de “kluts kwijt”. Verder kunnen ze geheugenverlies vertonen, slecht zien, moeite hebben met bewegen en hongerig en dorstig zijn. De post-ictale fase kan enkele seconden tot enkele dagen duren.

Tijdens deze periode dient de hond voorzichtig te worden benaderd. Het dier weet immers soms niet waar het is, wie de eigenaar is en lijkt tijdelijk blind. Een onverhoedse benadering zou dus tot een schrikreactie kunnen leiden en mogelijk tot onbedoelde “agressie”.

Naast de hierboven verschenen algemene vorm komen ook andere vormen voor zoals:

– kortdurende aanvallen met schokkende bewegingen van de kop, zonder verlies van bewustzijn

– aanvallen waarbij een dier zich afwijkend gedraagt: onrustig, overdreven actief, wild rondrennen, naar binnen of juist naar buiten willen gaan, zonder dat er krampaanvallen optreden.

De behandeling is pas zinvol als duidelijk is met welke regelmaat de aanvallen zich voordoen. Het is dan ook niet zinvol om na een eerste aanval meteen een behandeling in te stellen. Immers, het kan bij één aanval blijven, en het resultaat van een behandeling is alleen te bepalen als de regelmaat waarmee aanvallen optreden bekend is, voordat een behandeling ingesteld wordt.

Een behandeling zal zelden tot resultaat hebben dat aanvallen volledig verdwijnen. Een optimaal effect wordt bereikt als de tijd tussen aanvallen toeneemt en de ernst van de aanvallen afneemt. Dit kan worden bereikt door de juiste dosering, die voor elke patiënt persoonlijk wordt vastgesteld.

Epilepsie is op zich beslist geen levensbedreigende situatie. Uw hond kan er net zo oud mee worden als een hond die geen epilepsie heeft. Belangrijk is wel dat u als eigenaar op de hoogte bent van twee bijzondere vormen van epilepsie.

Clustering – hierbij is sprake van series aanvallen op één dag, die niet worden onderbroken door een herkenbare post-ictale periode.

Status epilepticus – hierbij is sprake van een aanval die langer dan enkele minuten aanhoudt, bijvoorbeeld een kwartier of nog langer.

Het zal duidelijk zijn dat, als een aanval te lang duurt of wanneer aanvallen elkaar in snel tempo opvolgen, de zuurstofvoorziening van de hersenen in gevaar kan komen of de lichaamstemperatuur te hoog op kan lopen. In dergelijke gevallen moet snel worden ingegrepen. Een dierenarts kan een injectie toedienen om de aanval te stoppen.

Maar let op: Tabletten moet u niet tijdens een aanval toedienen, dit is gevaarlijk en niet zinvol.

Doe zo weinig mogelijk tijdens een aanval!!

U kunt een aanval die eenmaal is begonnen niet meer stoppen. Probeer vooral rustig te blijven en niet in paniek te raken. Het enig zinvolle wat u kunt doen is ervoor te zorgen dat het dier zich niet kan verwonden.

Zorg ervoor dat de omgeving rustig is, dus geen harde geluiden en felle lichten. Sommige dieren worden rustig als u zacht tegen ze praat. Soms melden eigenaren dat een hond agressief wordt tijdens een aanval. Dit wordt meestal veroorzaakt doordat met probeert de hond tijdens een aanval vast te houden. De hond maakt echter, onbewust, willekeurige bewegingen. Als de hond met de kop schudt en / of met de kaken klappert, loopt men de kans gebeten te worden als men probeert de kop vast te houden.

Heeft uw dier regelmatig een aanval, overleg dan met uw dierenarts over de mogelijkeden.

Zorg ervoor dat de naam en de dosering van de medicijnen in het paspoort van uw hond staan.

Meld voor een operatie altijd dat uw dier epilepsie heeft. Het is ook verstandig dit te melden als u een andere dan uw vaste dierenarts bezoekt.

Actueel