Honden

Een speekselcyste of mucocele is een zwelling onder de huid gevuld met speeksel. Een speekselcyste ontstaat door lekkage uit een speekselklier of de afvoergang van de speekselklier. Omdat het speeksel de weg van de minste weerstand volgt kan de zwelling op verschillende plaatsen ontstaan. Meestal vormt het een soort onderkin bij honden.

Aandoeningen van de speekselklieren zijn zeldzaam, onderzoeken tonen aan dat het bij 1 op de 200 honden voor zou kunnen komen. De oorzaak van de mucocele is meestal onbekend.

Honden en katten hebben vier speekselklieren: de parotis, mandibularis, sublingualis en de zygomaticus-klier. Alle speekselklieren voeren hun speeksel af naar de mond.

Honden en katten met een speekselcyste kunnen de volgende klachten hebben:
– Zwelling onder de kin of tussen de kaaktakken
– Bloed in de bek (doordat de cyste beschadigd wordt met kauwen)
– Benauwdheid (als de cyste de luchtwegen in de weg zit)
– Moeilijk slikken of eten

Het komt vaker voor bij honden dan bij katten en meer bij reuen dan bij teven. Rassen die vaker een speekselcyste hebben zijn de Poedel, Duitse herder, Boxer en Teckel.

De zwelling is bij een speekselcyste normaal zacht, fluctuerend en vaak niet pijnlijk. Een tumor en/of een abces is vaak veel steviger. Soms is de speekselcyste geïnfecteerd en wel pijnlijk.  Het is dus soms al te voelen dat het om een speekselcyste gaat. Voor een definitieve diagnose wordt er met een dun naaldje in geprikt om wat vloeistof of cellen op te zuigen. Soms is de uitslag hiervan niet eenduidig en kan er besloten worden om de cellen op te sturen voor beoordeling door een cytoloog.

Het laten aflopen van de vloeistof kan tijdelijk verlichting geven, maar is meestal geen structurele oplossing. De afvoergang van de speekselklier kan door het lichaam niet gerepareerd worden en ook operatief is het niet mogelijk om afvoergang te herstellen.
De speekselklier en de lekkende afvoergang worden met een operatie verwijderd. Vervolgens kan er een drain ingehecht worden, dat is een plat flexibel rubberen slangetje om wondvocht af te voeren. Teveel wondvocht belemmert namelijk de wondgenezing en er kunnen bacteriën in gaan groeien. Na enkele dagen kan de drain verwijderd worden. De mucocele hoeft niet altijd verwijderd te worden. Soms kan volstaan met het openen van de bult en het laten weglopen van het vocht, al dan niet met behulp van een drain. De speekselklier is immers verwijderd en de aanvoer van speeksel zou gestopt moeten zijn. Het kan wel een aantal weken duren voordat het weefsel zijn normale structuur weer heeft.

Na de operatie krijgt uw hond pijnstilling om ongemak te voorkomen. Het is ook erg belangrijk om de activiteit van uw hond te beperken gedurende 3 weken na de operatie. De wond moet dagelijks gecontroleerd worden voor tekenen van infectie en bij vragen mag u natuurlijk altijd contact opnemen. Soms wordt er een drain geplaatst, die dan 2-5 dagen na operatie verwijderd gaat worden.

Ook is het beter om na de operatie de hond geen halsband meer om te doen maar een tuigje of een gentle-leader. Na de operatie zal de hond een kraag omkrijgen zodat hij niet aan de wond gaat krabben.

Korte termijn complicaties zijn bijvoorbeeld bloedverlies uit operatiewond, infectie, zenuwbeschadiging en vochtophoping onder de wond.

Terugkeer van de mucocele kan voorkomen doordat abnormaal klierweefsel is achtergebleven en deze dieren worden een tweede keer geopereerd.

   De speekselklier     

Inhoud van een mucocele onder de tong

Bijna alle patiënten genezen volledig na het verwijderen van de mucocele met slechts eén operatie.

Heeft uw hond een zwelling op de beschreven plek? Maak dan een afspraak met ons op de kliniek zodat we kunnen beoordelen hoe het behandeld kan worden.